Zoeken

Evangelie volgens Lucas 15,12 - Nu zei de jongste van hen tot zijn vader: Vader, geef mij het deel van het bezit waarop ik recht heb. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen.
1 Makkabeeën 11,35 - ook ontslaan wij hen met ingang van heden van het deel van de tienden en tollen waarop wij recht hebben, van de belasting op de zoutwinning en de kroongelden.
Genesis 27,38 - Maar Esau zei tot zijn vader: `Was dat dan uw enige zegen, vader? Vader, geef mij toch ook een zegen!' En Hij begon luid te jammeren.
Ezechiël 47,14 - Ieder van u krijgt zijn eigen deel toegewezen van het land, dat Ik met opgestoken hand onder ede aan uw vaderen beloofd heb.
Jozua 1,6 - Wees sterk en moedig; gij zult dit volk in het bezit brengen van het land dat Ik hun vaderen onder ede beloofd heb.
Deuteronomium 1,8 - Aan u geef Ik dat land in handen. Ga dus bezit nemen van het land, dat Jahwe aan uw vaderen, aan Abraham, Isaak en Jakob onder ede beloofd heeft, aan hen en aan hun nageslacht.'
Deuteronomium 10,11 - Hij zei tot mij: `Sta o en trek voor het volk uit, zodat zij bezit gaan nemen van het land, dat Ik hun vaderen onder ede beloofd heb.'
1 Makkabeeën 1,6 - ontbood hij zijn dienaren, de edelen die van jongsaf met hem waren opgevoed, en verdeelde nog bij zijn leven zijn rijk onder hen.
Numeri 33,54 - Gij moet het land door loting onder uw geslachten verdelen. Aan een groot geslacht moet gij een groot stuk grond, aan een klein geslacht een klein stuk toewijzen. Volgens de aanwijzing van het lot krijgt ieder zijn deel. De verdeling moet geschieden naar de stammen van uw vaderen.
Genesis 27,31 - Ook hij maakte een smakelijk maal gereed. Toen hij het binnenbracht, zei hij tot zijn vader: `Kom overeind, vader, en eet van het wildbraad van uw zoon; dan zult u de kracht krijgen om mij uw zegen te geven.'
Genesis 31,6 - en jullie weten goed dat ik naar beste vermogen voor je vader gewerkt heb,
Tobit 5,17 - Aldus werd overeengekomen. Vervolgens zei hij tot Tobias: 'Maak je klaar voor de tocht. Ik hoop dat jullie een voorspoedige reis mogen hebben.' Toen zijn zoon zich voor de reis gereed maakte, zei zijn vader: 'Ga nu met die man op reis. Dat God, die in de hemel woont, jullie langs de goede weg geleide en moge zijn engel jullie vergezellen.' En beiden begaven zich op weg. De hond van Tobias ging met hen mee.
Genesis 43,27 - Hij vroeg hoe het met hen ging en zei: `Hoe maakt het uw oude vader, over wie u mij gesproken hebt? Is hij nog goed gezond?'
Deuteronomium 31,16 - Jahwe sprak tot Mozes: `Gij gaat nu bij uw vaderen rusten. Maar dit volk zal ontuchtig achter de vreemde goden aanlopen van het land waar het komt. Het zal Mij verlaten en het verbond verbreken, dat Ik met hen gesloten heb.
1 Korintiërs 7,3 - Man en vrouw moeten elkaar datgene geven waarop zij recht hebben.
Numeri 14,23 - geen van die mannen zal het land zien dat Ik hun vaderen onder ede beloofd heb. Niemand van die Mij versmaad hebben, zal het zien.
Jeremia 7,14 - daarom zal Ik met dit huis dat mijn naam draagt en waar ge zo op vertrouwt met de plaats die Ik aan uw vaderen gegeven heb, hetzelfde doen als Ik met Silo gedaan heb.
Filippenzen 3,17 - Broeders, volgt mij na en houdt hen voor ogen die zich gedragen naar het voorbeeld dat ik u gegeven heb.
Genesis 47,6 - Egypte staat tot uw beschikking. Laat uw vader en uw broers in het beste deel van het land wonen en zich in Gosen vestigen. Ziet u bekwame mannen onder hen, dan moet u die aanstellen over mijn eigen veestapel.'
Rechters 11,37 - En zij zei tot haar vader: `Ik vraag u alleen nog deze gunst: geef mij twee maanden om met mijn vriendinnen de bergen in te gaan en daar te rouwen omdat ik als maagd moet sterven.'
Jeremia 30,3 - Er komt een tijd dat Ik mijn volk Israël en Juda in hun vroegere staat herstel, zegt Jahwe, en hen terugbreng naar het land, dat Ik hun vaderen in bezit had gegeven, godsspraak van Jahwe -.
Evangelie volgens Johannes 15,24 - Had Ik onder hen geen werken verricht die niemand anders verricht heeft, zij zouden geen schuld hebben. Maar nu hebben zij deze gezien en toch zowel Mij als mijn Vader gehaat.
Genesis 26,3 - Vestig u in dit land hier, Ik zal met u zijn en u zegenen. Want aan u en aan uw nakomelingen zal Ik heel dit gebied geven, en Ik zal de eed gestand doen die Ik uw vader Abraham gezworen heb.
Genesis 46,31 - Daarop zei Jozef tot zijn broers en de familie van zijn vader: `Ik zal Farao gaan zeggen: Mijn broers en de familie van mijn vader, die in Kanaän woonden, zijn bij mij aangekomen.
Genesis 48,18 - Hij zei tot zijn vader: `Niet zo, vader, want dit is de oudste; op zijn hoofd moet u uw rechterhand leggen.'
Deuteronomium 33,9 - Hij is het, die zei van zijn vader en moeder: Ik bekommer mij niet om hen. Hij schonk aan zijn broers geen aandacht en keek niet om naar zijn kinderen, maar aan uw woord hield hij vast, aan uw verbond was hij trouw.
Evangelie volgens Johannes 17,11 - Ik blijf niet langer in de wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom. Heilige Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij.
Exodus 13,11 - Als Jahwe u geleid heeft naar het land van de Kanaänieten, dat Hij u en uw vaderen onder ede beloofd heeft, en u dat land in bezit heeft gegeven,
Jozua 24,7 - toen uw vaderen tot Jahwe riepen, legde Hij een donkere nevel tussen u en de Egyptenaren en joeg Hij de zee over hen heen, die hen overspoelde. Met eigen ogen hebt gij gezien wat Ik in Egypte gedaan heb. Nadat gij lange tijd in de woestijn had doorgebracht,
Genesis 48,9 - Jozef zei tot zijn vader: `Dat zijn de zonen die God mij hier gegeven heeft.' Israël zei: `Laat ze bij me komen, ik wil hun mijn zegen geven.'
Numeri 25,11 - `Pinechas, zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heeft mijn toorn van de Israëlieten afgewend door onder hen voor Mij te ijveren, zodat Ik de Israëlieten niet in mijn ijverzucht verdelgd heb.
Jozua 18,3 - Daarom zei Jozua tot de Israëlieten `Aarzelt niet langer en neemt het land in bezit, dat Jahwe de God van uw vaderen u heeft gegeven!
Genesis 29,9 - Hij stond nog met hen te praten, toen Rachel aankwam met de schapen van haar vader, want zij was herderin.
Spreuken 29,3 - Een man die de wijsheid liefheeft, verblijdt zijn vader, maar wie met ontuchtige vrouwen omgaat, verkwist zijn vermogen.
Numeri 12,6 - Hij zei: `Luister naar wat Ik te zeggen heb. Aan uw profeten maak Ik mij in visioenen bekend en Ik spreek tot hen in dromen.
1 Kronieken 21,17 - En David sprak tot God: 'Heb niet ik het bevel gegeven tot de volkstelling, en ben niet ik degene die gezondigd heeft en zwaar misdaan? Wat hebben deze schapen dan gedaan? Laat uw hand, Jahwe, mijn God, liever neerkomen op mij en het huis van mijn vader, zodat het volk niet aan deze plaag ten onder gaat.'
Jeremia 31,9 - Bedroefd gingen zij heen, getroost leid Ik hen terug. Ik voer hen naar stromende beken, over gebaande wegen waarop ze niet struikelen. Ik immers ben Israëls vader en Efraïm is mijn eerstgeborene.
Deuteronomium 31,7 - Toen riep Mozes Jozua en in tegenwoordigheid van heel Israël zei hij tot hem: `Wees sterk en vol moed! U zult dit volk in het land brengen, dat Jahwe aan hun vaderen onder ede beloofd heeft: u zult hun dat land in bezit geven. 8 Jahwe gaat voor u uit, Hij zal met u zijn: Hij geeft u niet prijs en laat u niet in de steek. Wees dus niet bang of bevreesd.'
1 Samuel 24,12 - Kijk, mijn vader, kijk naar de slip van uw mantel die ik in mijn hand heb. Dat ik de slip van uw mantel heb kunnen afsnijden en u niet heb gedood moet voor u toch een duidelijk bewijs zijn dat ik geen boze of opstandige bedoelingen heb. Ik heb niets tegen u misdaan en toch hebt u het op mijn leven gemunt.
Genesis 27,19 - Jakob zei tot zijn vader: `Esau, uw eerstgeborene; ik heb gedaan wat u mij opgedragen hebt. Ga overeind zitten en eet van mijn wildbraad, dan zult u de kracht krijgen om mij uw zegen te geven.'
Nehemia 9,23 - Hun zonen hebt Gij zo talrijk gemaakt als de sterren aan de hemel en Gij hebt hen het land binnengevoerd dat Gij hun vaderen bevolen had in bezit te nemen.
Genesis 42,32 - We zijn met zijn twaalven geweest, broers van elkaar en zonen van een vader, een van ons is er niet meer en de jongste is bij vader in Kanaän gebleven.
Genesis 27,34 - Toen Esau dat van zijn vader hoorde, brak hij in luide en bittere jammerklachten uit en smeekte zijn vader: `Vader, geef mij ook uw zegen!'
Tobit 8,21 - Dan zou hij de helft van zijn vermogen ontvangen en gezond en wel naar zijn vader kunnen terugkeren.' De rest,' zei hij,' krijg je als ik en mijn vrouw gestorven zijn.'
Genesis 19,31 - Nu zei de oudste tot de jongste: `Vader wordt oud; en er is geen man in het land die bij ons kan komen zoals dat overal elders gebeurt.
Evangelie volgens Marcus 1,20 - Onmiddellijk riep Hij hen. Zij lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners in de boot achter en volgden Hem.
Judit 9,4 - Hun vrouwen hebt Ge aan uw geliefde zonen als buit gegeven, hun dochters aan hen uitgeleverd en heel hun bezit onder hen verdeeld, daar zij brandden van ijver voor U, de ontering van hun bloed verfoeiden en U te hulp riepen. O God, mijn God, verhoor ook mij, een weduwe.
Tobit 13,4 - Verkondigt onder hen zijn grootheid, laat al wat leeft uw loflied horen. Want Hij is onze heer en God, Hij onze Vader in alle eeuwigheid.
1 Korintiërs 13,3 - Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets.
2 Koningen 4,19 - Opeens riep hij tot zijn vader: `Mijn hoofd! Mijn hoofd!' De vader zei tot een knecht: `Pak hem op en breng hem naar zijn moeder.'